syn. Rhinanthus serotinus

Dit is een in ons land zeer zeldzame ondersoort van de Grote ratelaar.

Het is een karaktervolle, eenjarige halfparasiet die een waardevolle rol speelt in soortenrijke bloemenweides.
Grote ratelaar remt de groei van grassen af, waardoor bloemen meer ruimte en licht krijgen om zich te ontwikkelen. Zo draag je bij aan meer biodiversiteit in je perceel.

We adviseren om eerst te experimenteren op een deel van het terrein voordat je de volledige weide inzaait. Grote ratelaar doet het het best op matig voedselrijke bodems, niet te arm maar zeker ook niet te rijk. Vermijd zware kleigronden en sterk vergraste weides, want daar vestigt hij zich moeilijk.

In tegenstelling tot de kleine ratelaar (Rhinanthus minor), die ook op drogere gronden kan, voelt grote ratelaar zich vooral thuis op vochtige tot natte percelen. Denk hierbij aan overgangszones langs sloten of laaggelegen stukken die regelmatig vochtig zijn.

Grote ratelaar is een koudekiemer, wat betekent dat je hem het best zaait in het najaar (september tot november), na de laatste maaibeurt van het jaar.
Zaai de zaden oppervlakkig uit over het grasland en werk ze niet in.
Wel is het belangrijk dat ze contact maken met de bodem. Bij een dichte grasmat is het aangeraden om licht open te harken.

Zaaidichtheid: 0,5 tot 1g/m², afhankelijk van het budget.

Is het gelukt om grote ratelaar in je bloemenweide te vestigen? Hou er dan rekening mee dat deze eenjarige soort zichzelf moet uitzaaien om te blijven terugkomen.
Maai de weide in de zomer dus pas wanneer het zaad volledig rijp is en vanzelf is gevallen. Je weet dat het zover is wanneer je de zaden hoort 'ratelen' in de zaaddozen bij wind of beweging.