1028

Bladluizen bestrijden met gaasvliegen - Chrysopa

.

€ 40,95

Kies uw formaat:

1000 larven

-
Levering 2-3 Werkdagen
Heb je nog vragen over dit product? Contacteer ons

Omschrijving

Zit je beukenhagen vol met luizen? Of zitten je fruitbomen onder de bladluis of wollige bloedluis? Heb je wolluis of bladluis op je collectie kamerplanten? Is je spintplaag uit de hand aan het lopen? Dan zijn de larven van Chrysopa voor jou de ideale oplossing.Let op: Chrysopa larven werken niet tegen takluizen of stamluizen. Dit zijn hele grote luizen, op lange poten (ook dromedarisluizen genoemd), die op de takken en stam van bomen sappen zuigen.

Chrysopa carnea is niet zo bekend en daardoor minder bemind. Maar dat is onterecht! Larven van gaasvlieg eten evenveel bladluizen als larven van lieveheersbeestjes. Een aanrader voor grote oppervlaktes, zware aantastingen of specifieke problemen gezien ze veel goedkoper zijn.De gekochte larven worden zeer klein geleverd in boekweitschilfers en blijven daardoor ongeveer twee à drie weken als larven leven vooraleer ze verpoppen. Al die tijd kunnen ze bij jou bestrijden!

Voor een optimale kwaliteit worden de larven best de dag van ontvangst nog uitgezet. Als het te hard waait of fel regent, kan je de larven niet uitzetten. Dan moet je ze tot de volgende dag bewaren in de koelkast op 8°C. Je kan de larven maximum enkele dagen bewaren, daarna moeten ze sowieso uitgezet worden.

Chrysopa kan zowel in de groente- als sierteelt worden uitgezet. Temperaturen tussen 12 en 30°C zijn ideaal. Ze kunnen dus zowel binnen als buiten gebruikt worden. De larven van Chrysopa moeten in de buurt van bladluishaarden worden uitgezet. Om deze reden moeten de bladeren van de planten ook voldoende groot zijn zodat bij het uitzetten de larven niet op de grond vallen. Er is o.a. zeer goede resultaten met chrysopa bij de bestrijding van de wollige bloedluis op beukenhagen.

De gaasvlieglarven worden per 500 in een kartonnen plaatje verpakt. Door verwijdering van het fijne gaas kunnen de larven in de bladluishaarden op de planten uitgestrooid worden. De dosering hangt van de bladluispopulatie. Met de gekochte generatie larven kan het bladluis probleem oplost worden. Gezien gaasvliegen na de verpopping neigen om ver te vliegen, mag je niet rekenen op een nieuwe generatie.

Specificaties

Naargelang de situatie, zet je de larven als volgt uit:


  1. Rechtstreeks op het blad uitstrooien samen met de boekweitschilfers: de vulstof met de larven moet op de bladeren terecht komen en mag niet op de grond vallen.
  2. Ingeval van volgroeide hagen: de vulstof samen met de larven boven over de haag uitstrooien.
  3. Bij wind of te kleine of te gladde bladeren: gebruik bioboxen of neem koffiefilterzakjes die je tot kleine kuipjes knipt. De verkleinde koffiefilterzakjes hang je met wasknijpers of paperclips aan de stengels. Ook de bioboxen bevestig je met een wasknijper. Verdeel de bioboxen of koffiezakjes eerst over de aangetaste planten. Daarna doe je in elk zakje of biobox een beetje boekweitschilfers met larven.
  4. Bij bomen of jonge haagplanten: werk altijd met bioboxen of koffiefilterzakjes.


Uitzettip: hang veel bioboxen of koffiefilterzakjes met weinig larven in. We raden aan om 5 eetlepels boekweitschilfers per biobox te gebruiken. De bioboxen of koffiefilterzakjes dus nooit vullen. De larven kruipen er dan niet snel uit.


Het aantal uit te zetten larven verschilt van de grootte van de planten/bomen en de aantasting. Hoe groter de aantasting, hoe meer larven je moet uitzetten. Hieronder vind je algemene richtlijnen per toepassingsgebied.


Bomen

Stamdiameter 0 - 10 cm = 50 larven

Stamdiameter 10 - 20 cm = 100 larven

Stamdiameter 20 - 50 cm = 250 larven

Stamdiameter >50 cm = 500 larven


Rozen en bloeiende planten

3 tot 5 larven per bloeiende twijg

10 tot 20 larven bij lage rozenstruiken tot 60cm

Bij hoge aantasting of bij een roos groter dan 60 cm, het aantal uit te zette larven verdubbelen.


Hagen

Reken 20 larven per lopende meter haag bij een maximum haagbreedte van 1 m en een maximale hoogte van 1.2 m. Ingeval van hogere hagen, vermenigvuldig lengte van de haag x hoogte en reken 20 larven per m2. Verdubbel het aantal larven indien de haag breder is dan 1 m. Verdubbel het totaal aantal larven opnieuw bij zware aantasting.


Moestuin

20 larven per m2 bij lage planten tot 60 cm. Bij hogere planten of zware aantasting de hoeveelheid verdubbelen.


Kamerplanten

5 tot 20 larven per plant, afhankelijk van de grootte van de kamerplanten en de aantasting.